vrijdag 21 juni (Van Portland naar het beach house in Rockaway Beach)

21 juni 2013 - Rockaway Beach, Oregon, Verenigde Staten

Vandaag gaan we voor het weekend naar het “beach house”, het vakantiehuis van Debbie en Mitch in Rockaway Beach aan Oregon’s North Coast. Eva is er pas één keer geweest, in het weekend na haar aankomst in Portland 10 maanden geleden. De Jones zijn er in al die tijd niet geweest en reizen met ons mee.

Maar eerst ... paardrijden. Nog voor het ontbijt. Om 8:00 zouden de dames te paard zitten, zo was gisterenavond afgesproken, en hoewel Eva om 7:35 nog uitgebreid in bed lag te skypen met Anna (haar vriendin die in dezelfde periode exchange student was geweest in de buurt van Seattle, en die zojuist thuis was gekomen in Badhoevedorp) zagen we beide zussen op de afgesproken tijd de oprijlaan onder het donkerrode gebladerte naar beneden lopen richting de paardenstallen. En om 8:50 kwam Henriette mij buiten adem (de oprijlaan gaat vrij stijl omhoog) halen om foto’s te komen maken voordat ze “klaar” zouden zijn. Ik was net klaar met mijn staande ontbijtje en de grote mok koffie, en kon meteen meelopen. Roos had (in de bak) les gekregen van Debbie in Western style, en dat was erg leuk geweest, zei Henriette. Te zien hoe onze afgestudeerde Roos nu als een totale beginner en volkomen onwennig te paard zat, en alleen al doordat ze nu niet met de bal van de voet maar met de hak in de stijgbeugels moest zitten haar hele balans kwijt was ... Dat was nu allemaal afgelopen, maar toch niet te fotograferen geweest omdat het binnen zo donker was. Gelukkig gingen ze daarna met z’n drieën, Debbie, Roos en Eva, nog even buiten rijden, en wat oefeningen doen. Zo is er onderaan de heuvel, waarover de met bossen omzoomde weiden van de manege zich uitstrekken, een redelijk diepe poel, omgeven door hoge bomen en struikgewas, en daar stapten ze te paard doorheen, eerst rustig, daarna wat gedecideerder, en tenslotte een keer in draf. Debbie serieus voorop, Eva haar serieus op de voet volgend, en Roos bijna dubbel van de lach als laatste er achteraan. Ze genoot zichtbaar van dit “wilde” buitengedoe, dat een snippertje beleving vormde van de sfeer uit de Arendsoogboeken van J. en P. Nowee, die Roos allemaal tientallen malen gelezen heeft. Daarna ook nog even de heuvel een stukje omhoog, waar een speciaal aangelegde “afstap” van enkele decimeters genomen moest worden. Het lijkt allemaal zo simpel, maar het vergt moed van deze hypergevoelige paarden, die geleerd hebben om op het minste signaal te reageren, om hun angsten voor alles wat “nieuw”, “anders” of “bijzonder” is te overwinnen, en “stuurmanskunst” van de ruiter. Je krijgt zo wel veel bewondering voor wat je allemaal te zien krijgt in westernfilms, waar cowboys en indianen hun paarden door rivieren heen, en over puntige uitstekende rotsen weten te laveren.

Dan gauw inpakken en wegwezen. Roos en Eva rijden met Debbie en Mitch en ... twee van hun drie honden mee. De derde blijft thuis om op het huis te passen, waarvan de deuren nooit op slot gaan. Een rit van ongeveer 2 uur wordt een halve dagtrip door stops onderweg. Eerst door eindeloze wouden over de bergen van de Coastal Range heen, waarbij ons weer eens opvalt hoe groot de houtindustrie is in dit land. “Logging” betekent houtkap, en dat gebeurt op megaschaal. Aaneengesloten gebieden, zo groot als Nederlandse provincies, bestaan puur uit productiebossen. Daarin worden perselen van 1 hectare tot 200 hectare, soms hele heuvels, compleet kaalgeschoren. Het grote hout (een zware vrachtwagen met oplegger is “vol” met 6 tot 10 op maat gezaagde bomen) wordt direct afgevoerd naar de houtverwerkende industrie die er planken en balken, maar ook veel prefab huizen van maakt, het kleine hout (bomen met een diameter van 50 cm of kleiner) blijft liggen tot het lichtgrijs en helemaal uitgedroogt is, en dan? .... Haardhout, denken wij, dat per bussel (goed voor een avond open haard, of een flinke barbecue) nog altijd 5 tot 7 dollar opbrengt!

Op deze overwegingen volgt prompt een aangekondigde tussenstop bij “Camp 18”, een groot en beroemd restaurant halverwege Hwy 26 van Portland naar de kust, waar we even twee beroemde cinnamonrolls moeten kopen. Om mee te nemen. Zo groot als een klein brood, zoet en plakkerig, met zachte glazuur en rozijnen, en natuurlijk kaneel ... Camp 18 kun je niet missen, alleen al omdat het zowat de enige bebouwing is die je onderweg aantreft. Maar ook omdat het een 100 jaar oude blokhut is die daar als centrum van de houthakkerij in de regio is gebouwd, nu een openluchtmuseumpje, omgeven met allerlei antieke houthakkers machines en apparatuur, en andere blijken van de vroegere functie.

Dan bereiken we de kust, en stoppen we bij enkele hooggelegen scenic view points langs de weg, om foto’s te nemen en walvissen te zoeken (geen), en dan stoppen we in het rustige kustdorp Manzanita, dat qua sfeer enige overeenkomst vertoont met De Haan aan Zee in vroegere tijden, waar we op het terras van een Mexicaans restaurant zelf samengestelde burrito’s eten, zo groot, dat we de helft ervan in een doggybag meenemen voor de lunch morgen.

Terwijl Debbie in een boutique een jurk gaat zoeken om te dragen tijdens de bruiloft van zoon Brent, deze zomer, wandelen wij met de honden naar het zonovergoten strand, en na een poosje weer terug. Te snel, want Debbie heeft nog veel langer tijd nodig dan Mitch kennelijk dacht, en we wachten geduldig tot ze de winkel uitkomt.

Dan gaat de reis weer heel even verder tot we stoppen bij de Jetty Fishery aan Nehalem Bay, een lievelingsrestaurantje van Debbie en Mitch, om krabben te kopen voor vanavond. Het ziet er allemaal nogal provisorisch en shabby uit, schuurtjes en hutjes, een langgerekt laag blokhutachtig dat bijna schuil gaat achter grote geelbloeiende struiken, en een opvallende overdekte “marktkraam” waar grote potten staan te stomen, waarin de levende krabben die amateurkrabbenvangers en krabbenvissende toeristen binnenbrengen, kunnen worden gekookt en door het restaurantpersoneel worden schoongemaakt om mee te nemen naar huis. De weeë krabbengeur hangt over de hele plek.

Onder ons toeziend oog worden 7 prachtige krabben gehaald uit een koel bassin dat in zo’n schuurtje is opgesteld, de deur gevormd door zware plastic hangflappen met daarvoor een zwaar gordijn. Het ziet er allemaal wat rotzooierig uit, maar is toch in wezen keurig netjes en doeltreffend. Het is een bekende plek in de toeristengidsen. De succulent, sustainable Dungeness Crab is een bekende delicatesse, en wordt in Oregon “duurzaam” gevangen: ze moeten groter zijn dan een 1 dollarbiljet breed is, en je mag alleen mannetjes vangen. Er staan hoge boetes op als je je daar niet aan houdt. Een restaurant kan zijn vergunning om de crab te serveren verliezen!

We staan er met onze neus bovenop als na 20 minuten koken, de krabben door een vriendelijke en spraakzame jongeman worden schoongemaakt. Hij legt precies uit wat hij doet. Op verzoek van Debbie reikt hij elk van ons, telkens wanneer de schaal wordt geopend en de ingewanden zijn verwijderd, het hartje op een cocktailprikker aan, een speciale delicatesse, al zijn er weinig mensen die dat vragen, zegt de jongen.

Nog 5 minuten, en dan zijn we er. Een smal straatje in de duinen, links en rechts vrijstaande huizen in vriendelijke tuinen met bomen en bloeiende struikjes. Het is een prachtig 2-verdiepingen huis, gebouwd in de traditionele stijl van deze streek: donkergrijze houten plankjes (15 x 20) tegen elkaar aan, van boven naar beneden elkaar overlappend als een leien dak; modern en heel licht van binnen. Op de eerste verdieping de gigantische woonkamer die via grote ramen, die bijna de hele gevel vullen, vrij uitzicht heeft op de zee. In het midden de grote zitbank, die in geen enkel Nederlands rijtjeshuis zou passen; in een smaller zijgedeelte, met ook rondom ramen, de eettafel waar 6 mensen ruim plaats hebben. Maar het mooiste van alles is de groooooote open keuken, met meters werkblad en aanrecht, en meters kastjes, en een bar ... zodat de keukenprins(es) zich tegelijk met koken en de gasten kan bezighouden, en aldoor vrij uitzich heeft op zee. Een droom!

De van veel toeristische foto’s bekende “twin rocks”  liggen pal voor ons. De achtertuin is niet meer dan een duinachtig grasveldje met daarin twee grote grillig gevormde oude naaldbomen, van waaruit een hol duinpaadje tussen de naaldbomen naar het lage duin kronkelt, dat 50 meter verder ligt. En dan ligt het strand aan je voeten.

Entree op de benedenverdieping, een ruime hal, direct rechts achter een scheidingsmuur de driedelige trap met 2 rechte hoeken naar links, voorbij de trap een gang met toegang tot de drie slaapkamers en een badkamer (een tweede badkamer is verbonden met de hoofdslaapkamer), en die aan de achterzijde uitgeeft op een ruime zitkamer die smaakvol is ingericht met bijna niets, en je een meditatieve blik in de tuin gunt. Het is in de praktijk de achteringang als je van het strand komt, met de tuinslang op het arduinen terras om het zand van je voeten te spoelen.

Later vertelt Debbie dat zij dit huis en de inrichting vrijwel helemaal zelf heeft ontworpen, in de periode van 6 jaren die lag tussen de aankoop van het stuk grond en de bouw van het huis. Fantastisch. Alle kasten in het hele huis zijn ingebouwd, tailor made!, alles van hetzelfde mooie lichte hout, ook de 6 meter brede vensterbank op zithoogte die tegelijk kast en zitbank is, vol hout natuurlijk. En dan die prachtige houthaard, met een ombouw van ingemetselde, zelf verzamelde rivierkeien, afgedekt met een stukdrijfhout als schoorsteenmantel. Alle details, tot en met de opgehangen foto’s en schilderijen, alles is even smaakvol en rustgevend. Echt een droomhuis.

We nemen snel onze intrek, en verlaten het huis dan weer snel voor een wandeling langs het strand. Heerlijk! Warm, met een zacht fris briesje. Mooi, mooi mooi!

Dan volgt het diner waar wij onderwijs krijgen in het eten van een krab. Wij zijn snelle leerlingen, en genieten allemaal van dit feestmaal, ja, ook Eva en Roos (!), die het crashen en peuteren minstens zozeer waardeert! Dit is wel ECHT met je handen eten, constateert zij. Een heerlijke witte wijn uit Oregon erbij, met een stevige toon van vanille, mmmmmmmm!!!

Na het diner een spelletje, “koeiekoppen”. En dan rollen we allemaal verzadigd en zalig in bed.

Foto’s

1 Reactie

  1. Liesbeth:
    25 juni 2013
    heb in Abu Dhabi ook krab gegeten, maar vind het te veel gepeuter hoor.....maar wel smakelijk.... ik geniet verder van jullie reisverhaal! Groetjes! xxx